Op de terugweg na twee dagen School voor Leiderschap luisterde ik het album van “TIJD Om Te Gaan Leven”. Het lied ‘de Klim’ raakte me. Het resoneerde, ik kreeg er allerlei beelden bij en de beelden correspondeerden met veel van mijn leven. Het emotioneerde me ook. Het lied beschrijft het leven. Soms zit het tegen en soms zit mee. We strijden ons een weg naar boven, maar gaan ook onderuit en staan weer op. We vluchten en zitten bij de pakken neer. Ook hebben we succes en soms ook niet. Maar het gaat dieper dan dit.
De Klim
Ik klim op tegen de eerste berg, de wind in de rug. Zoals ieder mens heb ik te maken met twee bergen. De eerste berg is die van succesvol zijn en de tweede berg van een betekenisvol leven leiden. Die eerste berg die ik opga vol goede moed, met strijd en onbevangenheid. Op zoek naar succes, want ik ben toch in het leven geroepen om succes te hebben? Alles eruit te halen, de top te halen? Wie stelt die vraag eigenlijk? Ben ik dat zelf of is dat mijn omgeving? Of vraagt God dat van mij? Zou het kunnen dat de wereld dit vraagt of dat, we dit succes elkaar opleggen? Terwijl de meeste mensen het niet eens echt beseffen. Ook ik wil niet achterblijven, ik wil zo snel mogelijk naar die top. Waar het mooiste uitzicht te zien is. Waar aanzien is, waar we belangrijk gevonden worden, waar ons succes een uithangbord is. Maar wat is succes eigenlijk?
Ik dans op de pedalen onder een helderblauwe lucht en ik vermaal de kilometers op mijn fiets, vreet het asfalt op. En ik kijk al omhoog, want hoe zou het uitzicht zijn? Het gaat zo lekker, zo vanzelf. Ik vreet de uren op, alles groeit en bloeit, de euro’s stromen binnen. Maar mijn denkbeeldige achteruitkijkspiegels ben ik vergeten uit te klappen. Vol focus vooruit, uitkijkend wat mijn volgende berg kan zijn. Daarom heb ik al zin om af te dalen, want ben al bijna weer aan de top. Ik kijk alweer uit naar de snelle afdaling, ik kijk naar beneden en zie daar het dal. Het dal waar het rustig toeven is, waar we uit mogen rusten in de groene weiden. Tijd is alleen het probleem, want we moeten door en door en maar doorgaan. En gebeurt ook daar het onvermijdelijke. Ik ga de mist in en mis de bocht. Ik schuif onderuit en ik lig open van onder naar boven. De top niet eens gehaald. Mijn hart doet pijn. Ik kan bijna niet meer overeind komen en strompel naar mijn fiets. En besef me, dit is dus de hoogmoed voor de val.
Het Dal
Ik ga daar maar zitten en kijk terug en door de tranen heen zie ik de vergezichten. Waar ik ook kijk. Ook vanaf hier is het mooi, ongerept, weids en ongelofelijk hemels. Ik probeer ervan te genieten, maar het lukt me niet. Terwijl dit mijn favoriete omgeving is, mijn habitat. Daar zit ik dan, gevallen met de top in zicht. Niet meer wetend wat nu! Ik kijk naar beneden en gaat mijn leven in flitsen als een film aan me voorbij. Ik had het goed voor elkaar, dacht ik. Hard werken, lange dagen, vele uren, succes, groei, mooi huis, mooie auto en een mooi gezin. In die volgorde.
Maar ik herinnerde me vooral de Liefde die voorbij ging omdat ik er nooit was. Ik was thuis, maar ook weer niet. De verbinding was er niet meer. En toch baalde ik enorm dat ik de top niet had gehaald. Want ook dit succes wilde ik proeven en ik kreeg niet de kans. Maar had ik van het uitzicht echt kunnen genieten als ik uitgeput de top had bereikt? Waar deed ik het eigenlijk voor is de vraag die ik mezelf stel. Het antwoord is kort. Succesvol zijn. Gezien worden.
Waar ik echter ook voor vlucht, en wat ik ook ontwijk, er is geen weg terug en kan alleen nog maar vooruit. En ik troost me met de gedachte dat spoken in de mist zijn van degene die zijn afgevallen. Zij hadden misschien wel meer talent dan ik. Maar wilskracht bracht me ver. Alleen de top was onbereikbaar. En de spoken vervagen weer in het licht. En ineens besefte ik dat ik goed genoeg ben en diep genoeg ben gegaan op deze eerste bergtop. Ik mag een nieuwe fase ingaan van afdalen, van herstel, van rust, reinheid en regelmaat. Herstellen van de intimiteit met God. Want Hij geeft mij daarin weer nieuwe kracht en nieuwe energie om klaar te zijn voor de tweede berg.
De tweede berg
Ik ben nog altijd onderweg en neem de tijd. Onderweg naar een leven vol betekenis. Onderweg naar misschien nieuwe en moeilijke beslissingen. Een lagere versnelling. De beklimming van de tweede berg is begonnen. En zie nu pas het landschap. Hoe mooi de bergen zijn. Geniet van het uitzicht. Ik zing mezelf naar boven waar ik ook voor vlucht. Nee, ik vlucht niet meer en geniet met volle teugen van wat God mij geeft. Elke dag weer opnieuw. Ondanks dat ik de pijn nog voel in mijn hart van het loslaten. De letterlijke pijn in mijn hart dat artsen niet kunnen zeggen waar de pijn vandaan komt.
Ondanks de nog steeds voortdurende woestijnperiode. Verlangend naar een nieuwe richting in mijn leven. Maar de rust is gekomen, de handen zijn opengegaan. Het lege papier met mijn handtekening wordt langzaam gevuld door de hand van God. En onderweg stap ik regelmatig af om van het uitzicht te genieten. Alleen, met de liefde van mijn leven of met elkaar. Elke dag is een mooie dag. Wat het weerbericht ook zegt, wat de wereld om mij heen ook roept. Elke nieuwe dag van God gekregen.
Spijt van de eerste beklimming heb ik niet. Het kostte veel, maar het bracht me ook veel. Prachtige ervaringen om op terug te kijken en deze ook weer uit te mogen delen. Prachtige mensen mogen ontmoeten. Maar vooral nu getuige te mogen zijn voor en van Jezus op alle plekken waar ik kom. Waar het ook is. Ik mag delen. De eerste berg was achteraf gezien, goed en nodig. Onontkoombaar zelfs. Om zo de tweede berg van het leven te kunnen en mogen beklimmen. De volgende klim. De klim van dienen in plaats van verdienen. De klim van een betekenisvol leven. In een prachtig boekje met uitspraken tussen de Jongen, de Mol, de Vos en het Paard stond deze:
“Wat zou succes zijn?” vroeg de Jongen. ‘Liefhebben, ‘ zei de Mol